handicaptabel

Handicapping

Handicapping

Op deze pagina geven we uitleg over wat een golfhandicap is, hoe je deze verkrijgt en hoe deze kan veranderen. Een golfhandicap wordt bepaald aan de hand van een wereldwijd toegepast systeem: het Wereld Handicap Systeem (WHS).

Wat is par?

Om uit te kunnen leggen wat een golfhandicap is, hoe je deze verkrijgt en hoe deze kan veranderen, moet je eerst weten wat par is..

Een ronde golf wordt normaal gespeeld over 18 of over 9 holes. Die holes hebben allemaal verschillende lengtes. Die lengtes worden ingedeeld in 3 categorieën: par 3, par 4 of par 5 holes. De par geeft aan hoeveel slagen een topamateur of een gemiddelde professional nodig zou hebben om de hole te spelen. Over een par 3 hole doet zo’n speler dus 3 slagen, bijvoorbeeld: 1 slag om van de tee naar de green te slaan en 2 puts om de bal in de hole te krijgen. Voor een par 5 bijvoorbeeld: 3 slagen om van de tee de green te bereiken en 2 puts om de bal in de hole te krijgen.

Meestal (maar niet altijd) bestaat een 18 holes golfbaan uit 4 par 3 holes, 4 par 5 holes en 10 par 4 holes. Daarmee komt de par van de baan uit op 72 (= 4*3 + 4*5 + 10*4). Dit is dus het aantal slagen dat een topamateur of een gemiddelde professional nodig heeft over een hele ronde.

Wat is een golfhandicap?

Een “gewone” golfer zal er niet in slagen om de holes of de baan in par te lopen. Om spelers van verschillende speelsterkte toch tegen elkaar te kunnen laten spelen in wedstrijden is het golfhandicap systeem bedacht. De golfhandicap geeft de speelsterkte van een golfer aan. Dit wordt uitgedrukt in het aantal slagen dat een golfer (als deze goed speelt) méér nodig heeft dan de par van een 18 holes baan om het rondje te voltooien.

Aan het einde van een rondje kan iedere speler zijn handicap van zijn bruto-score (= het aantal slagen dat de golfer in totaal over de ronde gebruikt heeft) aftrekken. Het resultaat (= de netto score) bepaalt dan welke speler gewonnen heeft.

Nu blijkt in de praktijk dat niet alle golfbanen even moeilijk zijn. Daarom is het handicap systeem zodanig opgezet dat er rekening gehouden wordt met de moeilijkheidsgraad van de baan. De pure speelsterkte wordt uitgedrukt in de WHS-handicap (ook wel Handicap Index genoemd). Dit is het aantal slagen dat een golfer (als deze goed speelt) méér nodig heeft dan de par van een “standaard” 18 holes baan.

Hoe verkrijg je een handicap?

Als beginnende golfer begin je met lessen bij een golfprofessional (golfpro). Zodra de golfpro je vaardig genoeg vindt, krijg je baanpermissie. Voor (of na) het behalen van je baanpermissie doe je het golfregelexamen op de club. Dat heb je nodig om je starthandicap 54 te gaan halen. Om een handicap te krijgen moet iemand lid zijn van een golfclub die bij de NGF is aangesloten.

Als je het golfregelexamen hebt gedaan en golfbaanpermissie hebt, kun je op banen waar je baanpermissie hebt een “qualifying kaart” spelen. Dit zijn kaarten die gebruikt worden om je handicap te bepalen. Je speelt een qualifying scorekaart altijd met iemand anders die al een handicap heeft, de zogenaamde marker. Je doet dit volgens de methode die “maximum score met netto double bogey” wordt genoemde (zie Hoe wordt handicap berekend in het WHS? voor meer details).

Hieronder vind je een aantal video’s waarin het WHS-systeem verder wordt uitgelegd:

Zodra een nieuwe speler een ronde speelt op het niveau van handicap 54 of beter is krijgt deze een eerste handicap (zie Hoe wordt de handicap berekend bij nieuwe golfers? voor nadere toelichting). Afhankelijk van het gespeelde niveau is deze handicap 54 of lager. Je krijgt dan een NGF-pas waar handicap 54 (of lager) op staat. Deze is ook te zien in de app golf.nl die je op je telefoon kunt installeren. Vanaf 2020 wordt de pas niet meer standaard toegestuurd, tenzij een speler daar nadrukkelijk om vraagt.

Kaarten ‘inleveren’

Je kunt je handicap veranderen door qualifying kaarten spelen. Dit kun je doen in Nederland maar ook in het buitenland. Tijdens het spelen kun je je score bijhouden op een papieren scorekaart die je daarna in het systeem in moet voeren, maar je kunt ook spelen met de gratis app GOLF.NL. Met de app speel je een digitale scorekaart en wordt je handicap direct aangepast.

Papieren kaarten hoeven niet meer ingeleverd te worden. De slagen van papieren kaarten kun je invoeren op de ledenpagina van Prise d’Eau (na inloggen)

Hoe werkt de stableford methode?

Stableford is een bepaalde telling die toegepast wordt in strokeplay wedstrijden, met name voor de “gewone” golfer. Alhoewel deze telling niet meer gehanteerd voor het lopen van qualifying kaarten is deze methode wel volledig compatibel met de daarvoor gebruikte “maximum score” methode. Daarom hieronder een beschrijving van deze methode.

Baanhandicap

Wanneer je een rondje golf gaat lopen, moet je je baanhandicap bepalen die bij je WHS-handicap van de speler hoort. Je baanhandicap geeft aan hoeveel slagen je op die specifieke baan krijgt bij het spelen van de ronde. Hier is een formule voor, die gebruik maakt van de par van de baan, de Course Rating (CR) en de Slope Rating (SR), maar om het spelers makkelijk te maken zijn er op alle banen omrekeningstabellen gemaakt. De zogenaamde baanhandicap tabellen.

Allereerst beslis je van welke kleur tee je wil gaan spelen (wit, geel, blauw of rood – de witte tees zijn het verst van de holes vandaan en dus het moeilijkste, de rode liggen het dichtst bij de hole en zijn dus het makkelijkste). Is je handicap 36 of hoger dan wordt op veel banen voorgeschreven dat je van rood (of oranje) moet spelen. Dit is niet alleen voor de doorstroming in de baan, maar ook voor je eigen spelplezier.

Na het kiezen van je tee kleur zoek je bij die kleur de eigen WHS-handicap opgezocht. In de kolom daarnaast staat dan aangegeven wat je baanhandicap is. Speel je als man met een WHS-handicap van 25, een rondje van 9 holes op de Blaak, vanaf de gele tee dan kan in bovenstaande tabel afgelezen worden dat je baanhandicap voor deze ronde 14 slagen is.

Stableford punten

Bij Stableford wordt het aantal slagen dat je op een hole gedaan hebt vertaald in punten, waarbij rekening gehouden wordt met je baanhandicap. Hoe meer Stableford punten je aan het einde van je ronde hebt, hoe beter je gespeeld hebt. Het systeem is zodanig opgezet dat een eindscore van 36 punten betekent dat je precies op het niveau van je handicap gespeeld hebt. Je hebt dan je handicap gelopen. Bij minder punten heb je slechter dan je handicap gelopen, bij meer punten beter. In het laatste geval wordt de handicap van de speler verlaagd.

Baanhandicap slagen verdelen over de kaart

Allereerst verdeel je baanhandicap slagen die je krijgt verdeeld over de holes die je gaat lopen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde Stroke Index (S.I.). De S.I. geeft de relatieve moeilijkheidsgraad van een hole aan en is terug te vinden op de score kaart (kolom STROKE), en op de borden bij de holes. De hole met de laagste S.I. is de moeilijkste hole van de ronde, de hole met de hoogste S.I. is de makkelijkste hole van de ronde.

De handicap slagen worden zoveel mogelijk gelijk verdeeld over alle holes. Mochten er daarna nog slagen overblijven dan worden deze toebedeeld aan de moeilijkste holes van de ronde.

Voorbeeld: Stel je krijgt 14 handicap slagen voor deze ronde van 9 holes. Dat is in ieder geval 1 handicap slag op elke hole. Dan blijven er nog 5 over (14-9). Deze worden toebedeeld aan de moeilijkste 5 holes dus de 5 holes met de laagste stroke indexen.

In dit geval achtereenvolgens: hole 7, hole 3, hole 9, hole 6 en hole 1 met resp. S.I. 1,3,5,7,9. Samenvattend: de speler krijgt op hole 1, hole 3, hole 6, hole 7 en hole 9 elk 2 handicapslagen mee en op hole 2, hole 4, hole 5, hole 8 elk 1 handicapslag.

Er zijn nu 2 manieren om de Stableford score op een hole te bepalen, beide natuurlijk met hetzelfde resultaat. Het hangt van je persoonlijke voorkeur af welke methode je wilt gebruiken.

Stableford score uitrekenen – optie 1 “Persoonlijke par”

De som van de par van de hole + het aantal handicap slagen op die hole wordt soms ook wel de “persoonlijke par” genoemd (dit is echter geen officiële term). Als je de hole in je persoonlijke par speelt, dan heb je deze hole precies op je niveau gespeeld.

In de Stableford telling krijg je 2 punten als je een hole in je “persoonlijke par” speelt.

Voor iedere slag minder krijg je een extra punt. Voor iedere slag meer (slechter), een punt minder. Je score wordt echter nooit minder dan 0. Dat betekent dus ook dat als iemand al 2 slagen méér gedaan heeft dan zijn “persoonlijke par” hij/zij geen punten meer kan scoren en dus zijn bal kan oppakken (om de doorloop in de baan te bevorderen).

De berekening werkt dan als volgt:
Bepaal je persoonlijke par voor de hole. Trek hiervan het aantal slagen af dat je er werkelijk over gedaan hebt. Het verschil is het aantal slagen dat je beter gespeeld hebt dan je handicap (of slechter als de uitkomst negatief is). Tel bij de uitkomst 2 punten op.

Stableford score uitrekenen – optie 2 – netto-score

Je kunt er ook op een andere manier naar kijken, nl. door je netto-score op de hole te vergelijken met de par van de hole. De netto-score = aantal slagen – handicapslagen. Is je netto-score gelijk aan de par van de hole dan heb je precies je handicap op die hole gespeeld en krijg je in de Stableford telling 2 punten. Voor iedere slag die je minder gebruikt krijg je 1 punt extra, voor iedere slag meer krijg je 1 punt minder (maar de score wordt nooit minder dan 0).

De berekening werkt dan als volgt:
Bepaal je netto-score op de hole. Trek deze af van de par van de hole. Het verschil is het aantal slagen dat je beter gespeeld hebt dan je handicap (of slechter als de uitkomst negatief is). Tel bij de uitkomst 2 punten op.

Bij het gebruik van deze website gaat u akkoord met het gebruik van cookies Meer informatie

The cookie settings on this website are set to "allow cookies" to give you the best browsing experience possible. If you continue to use this website without changing your cookie settings or you click "Accept" below then you are consenting to this.

Close